Er bestaan twee soorten atomen, metaalatomen en niet-metaalatomen.

In het periodiek systeem kun je zien of een atoom een metaalatoom of een niet-metaal atoom is.

Atomen kunnen met elkaar binden, er zijn drie soorten bindingen.

Ionbinding

Bij een ionbinding trekken de ionen elkaar aan omdat ze een andere lading hebben. Ionbindingen komen voor bij bijvoorbeeld zouten. Het zout NaCl wordt gemaakt doordat Na+en Cl-elkaar aantrekken. Een ionbinding vindt plaats tussen een niet-metaalatoom (Cl in dit geval) en een metaalatoom (Na).

Atoombinding

Een atoombinding wordt ook wel een covalente binding genoemd. Bij een atoombinding binden twee niet-metaalatomen aan elkaar. Ze delen samen een elektronenpaar. Atomen hebben verschillende schillen met elektronen erin. Bij een atoombinding worden elektronen uit de buitenste ringen met elkaar gedeeld. Als je hier meer over wil weten, kijk dan even bij dit artikeltje.

Metaalbinding

Bij een metaalbinding binden twee metaalatomen aan elkaar. Metaalionen zijn positief geladen, ze binden aan elkaar door vrije elektronen. De metaalionen liggen in een rooster, tussen de metaalionen bewegen zich elektronen. De elektronen kunnen zich vrij bewegen tussen de metaalionen en zorgen ervoor dat de metaalionen gebonden blijven.

Vragen

1. Hoe heet de binding tussen H en O?

Antwoorden

1. H (waterstof) en O (zuurstof) zijn allebei niet-metaalatomen. Er is dus sprake van een atoombinding.

Leerlingen die hier vragen over hebben, keken ook naar:

Atoomopbouw

(Edele) metalen

Hoe kun je de naam en molecuulformule van een zout weten?