Hoe maak je de imparfait eigenlijk?

Dat lees je hieronder!

In het Nederlands ziet de onvoltooid verleden tijd er zo uit:

– wachten = ik wachtte

– zitten = wij zaten

– zijn = jij was

In het Nederlands zijn de onvoltooid verleden tijdsvormen behoorlijk onregelmatig, in het Frans zijn ze bijna allemaal regelmatig! Zo wordt de imparfait een makkie!

De uitgangen voor de werkwoorden van de imparfait zien er als volgt uit:

je …ais

tu …ais

il/elle/on …ait

nous …ions

vous …iez

ils/elles …aient

Waar moet je bovenstaande uitgangen dan achter zetten?

1. neem de ‘nous-vorm’ van de tegenwoordige tijd van het werkwoord.
2. haal de uitgang ‘-ons’ weg
3. plak daar de juiste uitgang van de imparfait achter

Bijvoorbeeld:

Leren = apprendre

1. nous apprenons
2. nous appren-
3. nous apprenions

Zo werkt de app

• Download gratis

Dit stappenplan werkt ook voor de onregelmatige werkwoorden op -re, -ir, -oir en -oire. Wel is er één uitzondering: het werkwoord être. De vervoeging van dat werkwoord in de o.v.t. gaat als volgt:

j’étais

tu étais

il était

nous étions

vous étiez

ils étaient

Nu je weet hoe je de imparfait moet maken, is het tijd voor een aantal oefenopdrachten!

Vertaal de volgende zinnen en let hierbij goed op de imparfait:

1. Ik wachtte
2. Wij liepen
3. Jij was

Belangrijk proefwerk op komst? Of nog even oefenen met dat ene lastige onderwerp? Naast helpen op de app geven coaches ook 1-op-1 bijles! Interesse? Klik gauw verder .

Leerlingen die hier vragen over hebben, keken ook naar:

De passé composé

Le présent

Onregelmatige werkwoorden